Diabetesonderzoek: therapieën van de toekomst
Wetenschappers over de hele wereld werken eraan om de behandeling van diabetes gemakkelijker en doeltreffender te maken. Tegelijkertijd proberen zij een beter inzicht te krijgen in de oorzaak van de ziekte.
Terwijl sommige benaderingen doodlopend zijn gebleken, hebben andere bevindingen en innovaties tot doorbraken geleid. Het is vaak onmogelijk om van tevoren te zeggen wat succesvol zal zijn en wat niet. Het blijft dus spannend - hier vindt u informatie uit diabetesonderzoek.
Onderzoekers zoeken naar manieren om de behandeling van diabetes te verbeteren. Professor Dr. Thomas Forst van het instituut voor klinisch onderzoek en ontwikkeling in Mainz noemt de belangrijkste onderzoeksterreinen: "Het onderzoek op het gebied van diabetes bestaat uit drie gebieden: het zoeken naar nieuwe geneesmiddelen, de ontwikkeling van nieuwe insulines en de weg naar zogenaamde gesloten systemen."
Daartoe behoren onder meer de transplantatie van eilandjescellen en de intelligente insulinepomp, die zelfstandig de bloedsuikerspiegel meet en dienovereenkomstig de juiste dosis insuline afgeeft.
Meer dan alleen het verlagen van de bloedsuiker
Wat de geneesmiddelen betreft, legt de deskundige uit dat de nieuwe geneesmiddelen niet alleen een bloedsuikerverlagend effect moeten hebben, maar ook hypoglykemie moeten voorkomen en het gewicht moeten verbeteren.
De zogenaamde SGLT-2-remmers lijken de oplossing te zijn, omdat zij ervoor zorgen dat suiker via de nieren in de urine wordt uitgescheiden. Dit verlaagt niet alleen de bloedsuikerspiegel en voorkomt hypoglykemie, maar ondersteunt ook het proces van gewichtsverlies en gaat hoge bloeddruk tegen.
De onderzoeker legt verder uit dat de SGLT-2 remmers minder glucose en dus minder energie beschikbaar maken voor het lichaam. Als gevolg daarvan verliest de patiënt gewicht, wat bij meer dan 90% van de diabetici van type 2 wenselijk is. Aangezien glucose water bindt, wordt ook het vochtgehalte van de patiënt verlaagd. Volgens Forst verlaagt dit de bloeddruk op een vergelijkbare manier als een overeenkomstig medicijn. SGLT-2-remmers zullen naar schatting over 2-3 jaar op de markt zijn.
Complicaties stoppen
Volgens Forst zal het langer duren voordat stoffen die inwerken op het hormoon cortisol in het lichaam en zo diabetes-gerelateerde insulineresistentie kunnen verbeteren, op de markt komen. Zogenaamde glucosinase-activatoren zijn ook zeer populair bij sommige onderzoekers.
De deskundige verklaart hun effect als volgt: "Het lichaamseigen enzym glucokinase wordt onder meer aangetroffen in de insulineproducerende beta-cellen van de pancreas en in de lever. Glucokinase-activatoren bevorderen de afgifte van insuline door de beta-cellen. Tegelijkertijd remmen ze het vrijkomen van glucose uit glucosevoorraden in de lever."
De nadruk ligt ook op geneesmiddelen ter bestrijding van atherosclerose, die vaak samen met diabetes voorkomt. Fort beschrijft dat deze stoffen niet direct tot taak hebben de bloedsuikerspiegel te verlagen, maar eerder de klassieke bijwerkingen van diabetes moeten verminderen.
Insulinetoediening naar behoefte
Het tweede onderzoekgebied is gewijd aan nieuwe insulines voor de twee meest voorkomende vormen van diabetes. Volgens Forst zijn slimme insulines van bijzonder belang. Zij zijn verbonden met eiwitten en blijven daarom aanvankelijk na de injectie in het weefsel aanwezig. Als het glucosegehalte in het bloed en in het weefsel toeneemt, maakt de suiker de insuline gedeeltelijk los van het eiwit.
Hierdoor kan insuline in de bloedbaan komen en de bloedsuiker verlagen. Zodra de glucosespiegel weer normaal is, stopt de afgifte van insuline uit de eiwitbinding. Het proces is al succesvol gebleken in experimenten met dieren, en de eerste tests met mensen zullen volgen.Eén voor allen
Het derde onderzoeksgebied betreft gesloten systemen, zoals de transplantatie van isletcellen. De deskundige legt uit dat met dit speciale proces wordt getracht de eilandjescellen zodanig in te sluiten dat het lichaam ze niet meer afstoot. Aanvullende immunosuppressiva zijn dus niet nodig. Ze onderdrukken afstoting, maar ze brengen wat bijwerkingen met zich mee.
Bovendien zou de intelligente insulinepomp het dagelijkse leven van diabetici aanzienlijk kunnen vereenvoudigen. Zijn functie zou zijn de bloedsuiker onafhankelijk te meten en de insulinedosis dienovereenkomstig aan te passen en in te spuiten. Forst verklaart echter dat dit "systeem" gecompliceerder is dan het lijkt. Daarom is het voor patiënten voorlopig een toekomstdroom.
Het Duitse Centrum voor Diabetesonderzoek
De nadruk van het onderzoek ligt op de ontwikkeling van individuele benaderingen voor de bescherming en behandeling van type-1 en type-2 diabetes. Daartoe werkt het DZD op interdisciplinaire basis zeer nauw samen met fundamenteel onderzoek en patiëntenonderzoek. Daartoe verenigt het DZD 180 gerenommeerde wetenschappers op vijf verschillende locaties.
Fundamenteel onderzoek voor een beter begrip van diabetes
Om individuele strategieën te kunnen uitstippelen en diabetes te kunnen behandelen is een gedetailleerde kennis van de genetica en de stofwisselingsroutes op cel- en organismaniveau noodzakelijk. Met behulp van meer dan 30 diabetes-muismodellen onderzoeken de wetenschappers de pathologische veranderingen in bepaalde weefsels en organen die bijdragen tot de ontwikkeling van de ziekte.
Andere systeembiologische bevindingen kunnen informatie verschaffen over de wijze waarop externe en interne aspecten de ontwikkeling van diabetes beïnvloeden. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van epigenetische elementen om na te gaan in hoeverre omgevingsfactoren genetische aspecten beïnvloeden.Bètacelonderzoek, eilandjesceltransplantaties en stamcelonderzoek
Van bijzonder belang is de ontwikkeling van behandelingen om de betacellen van de pancreas te behouden of te reconstrueren. Deze cellen produceren insuline en scheiden die af wanneer de bloedglucosespiegel stijgt.
Nieuwe kennis over het proces van insulinesecretie en de ontdekking van stoffen die de regulering van de bètacellen verbeteren, kunnen de basis vormen voor nieuwe geneesmiddelen.
In het geval van onherstelbare vernietiging van de bètacellen kan alleen een transplantatie van alvleesklier- of eilandjescellen helpen om de lichaamseigen insulineproductie te herstellen. Alleen al in het Paul Langerhans Instituut in Dresden worden dergelijke ingrepen uitgevoerd. De wetenschappers van het DZD werken nauw samen met hun collega's daar, zodat de isletceltransplantatie voortdurend wordt verbeterd.
Stamceltherapie kan een alternatieve oplossing zijn. De DZD-onderzoekers zijn de nationale leiders op dit gebied en gebruiken ze om de manier te bestuderen waarop bètacellen zich vormen, met het doel nieuwe benaderingen voor geneesmiddelen te vinden en een doorbraak te bereiken voor synthetische bètacellen.
Onderzoek en ontwikkeling van geneesmiddelen
Er moeten nieuwe strategieën worden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de behandeling van diabetes doeltreffend en substantieel is en niet alleen op de individuele ontwikkeling maar ook op de progressie is gericht. Dankzij de verworven kennis en de koppeling van fundamenteel en klinisch onderzoek wordt vooruitgang geboekt bij de exploratie, validering en verbetering van nieuwe benaderingen en werkzame stoffen.
Cellen uit de bio-printer
Insulineproducerend weefsel wordt geprint op een 3D bio-printer in Heidelberg. Dit is een belangrijke vooruitgang in de geneeskunde en biedt hoop aan veel mensen met diabetes. Meer informatie over deze recordbrekende ontwikkeling is te vinden op de website van het Bondsministerie van Onderwijs en Onderzoek.
U kunt hier ook de meest recente informatie over diabetesonderzoek vinden: